Thomas Piketty komt op 5 november naar de Tweede Kamer. Hoera! Nog drie weken hebben de Kamerleden om zich door zijn pil van 600 bladzijden heen te werken. Ik zou nog 400 pagina’s extra huiswerk willen opgeven: De economie van goed en kwaad van Tomas Sedlacek. Deze Tomas komt trouwens twee dagen later naar Groningen voor de Van der Leeuw-lezing.
Piketty heeft economen en opinieleiders aan het denken gezet over de steeds groter wordende kloof tussen arm en rijk. Met een schat aan gegevens toont hij aan dat de oorzaak daarvan is een groter rendement op vermogen in vergelijking tot arbeid. Met als gevolg dat de rijken steeds rijker worden, alleen omdat ze al rijk zijn. Als we niks doen, stevenen we af op een ongelijkheid die zo groot is of zelfs groter dan in vroegere feodale tijden. Een paar have’s hebben bijna alles, de rest – voor hun centen werkende mensen – krijgt de overgebleven kruimels. Economisch zit er geen rem op deze beweging, toont Piketty aan, dus moeten we ingrijpen. Maar wie? En hoe?
Piketty zegt dit is een taak voor de overheid. Hij noemt meerdere mogelijkheden: financiering mobiliseren, verspreiding van kennis faciliteren, investeren in onderwijs. Maar de voornaamste oplossing waarbij de overheid exclusief de touwtjes in handen heeft, is een internationale progressieve belasting op vermogen. Een oplossing die Raymond Gradus van het wetenschappelijk instituut van het CDA (Trouw 4 oktober) van de hand wijst. “Een internationaal gecoördineerde belasting op vermogen komt er voorlopig toch niet.”
Dat weet ik nog zo net niet. Technisch zijn we er toe in staat. Ook de overheid heeft de beschikking over big data en weet die steeds beter te benutten. De nieuwe staatssecretaris van Financiën noemde de Belastingdienst vorige week nog “een denktank van vernuft”. En internationaal groeit de politieke wil en daadkracht. Uitwisseling van gegevens tussen landen wordt steeds makkelijker en gewoner. Het heeft al geleid tot een onvoorstelbaar snelle afbraak van fiscale heilige huisjes in Luxemburg, Liechtenstein en zelfs Zwitserland. Met dank aan internationale gecoördineerde druk en transparantie .
Gradus gelooft meer in de sturende kracht van consumentenacties en publicitaire druk. Anderen, zoals Occupiers en de vakbeweging, rekenen er op dat als de maat vol is, het werkend volk in opstand komt en een hogere beloning van arbeid afdwingt. Weer anderen zien de oplossing in volkskapitalisme: de gewone man koopt aandeeltjes, bijvoorbeeld in de onderneming waarvoor hij werkt of via deelname in het pensioenfonds.
Allemaal oplossingen die zeker zullen bijdragen aan het verkleinen van de kloof. Maar geen oplossing is zo direct en radicaal als vermogensbelasting. Radicaal ,maar helemaal niet zo gek.
Dat besef je als je ook Sedlacek leest. Hij stelt dat de economie ons heeft, in plaats van wij de economie. Economie is echter mensenwerk en daarom ook veranderbaar. Kapitalisme vandaag is heel anders dan in de tijd van kinderarbeid en zal de komende eeuw ook weer anders zijn. Hij plaatst economie in een nog groter historisch perspectief dan Piketty. Zo haalt hij een oude Joodse cultuur aan waar het vermogen van een mens na vijftig jaar (destijds de levensverwachting) automatisch terugvalt aan de gemeenschap.
Een wel héél progressieve vorm van vermogensbelasting hoor ik u denken. Maar deze gedachte van u wordt dus vooral bepaald door de huidige perceptie van economie en waarschijnlijk de omvang van uw vermogen.
Stel je toch eens voor! Als je alles moest inleveren aan het eind, hoe zouden wij dan denken over en omgaan met vermogen en bezit? Wat een kracht gaat er uit van de idee dat iedereen opnieuw begint met gelijke kansen! Een kracht die zich ongetwijfeld omzet in ontplooiing en economische groei.
Volksvertegenwoordigers, durft u het aan, een progressieve belasting op vermogen? 600 bladzijden Piketty is niet om mee te koketteren maar om mee aan de slag te gaan. En of u dat nou doet uit solidariteit, frustratie of uit angst voor rotzooi en anarchie, kan me niet schelen.