Betere Zwemmer


7 juni
In een week tijd is de rivier bekend terrein geworden voor ons. Voor ons, want we zijn met z’n tweeën, mijn vrouw zwemt elke ochtend mee. Zij is zeker geen watje (ze doucht ook koud af), maar het haalt de glans er wel van af. Want als zij vrolijk meedoet, wat blijft er dan over van mijn heldenstatus?
Natuurlijk, dit is niet te vergelijken met zeezwemmen in de winter. Waar ik een paar maanden geleden nog grote indruk maakte – ook op haar – door in weer en wind naar het strand te fietsen en in een ijskoude zee te springen, staan we nu samen in het zonnetje na te genieten. Het water is heerlijk en het kost geen enkele moeite om hier elke ochtend vroeg het water in te springen.
Maar dat hoef je niet te benadrukken vind ik. Het is heus wel bijzonder. Niet iedereen doet het. Je moet wat hobbels nemen. Zie je zelf staan aan de waterkant in de wilde natuur om zeven uur ‘s ochtends in alleen een zwembroek. Onzichtbare amfibieën en reptielen die je aanstaren. De plons, een rilling door je hele lijf, de geur van vissen en afmars voor 500 meter stroomopwaarts en 500 meter terug. Om daarna drijfnat in je zwembroek terug naar huis te fietsen en na gewezen te worden door groepjes scholieren. Elke dag, maandag tot en met vrijdag, Extreme Sports, National Geographic.
Voor mijn vrouw is het baantjes trekken, een goed begin van de dag, maar een heldendaad?
Dan is ze is ook nog eens een betere zwemmer dan ik. Ze haalt me links in. Op de terugweg, in de eindsprint leg ik het af wanneer zij haar slag verandert in borstcrawl en er als een speer vandoor gaat. Alleen als ze te lang niet opkijkt en sterk van haar koers wijkt, maak ik een kans. Ik waarschuw haar dan ook nooit wanneer ze het riet dreigt in te draaien. In plaats daarvan zet ik de vaart er in met mijn schoolslag en als een jongetje voor zijn A-diploma veer ik op en neer uit het water, in de hoop als eerste terug te zijn.