Bij de bakker

18 april
Het is lente en aangenaam warm, maar het zeewater blijft koud met 8 graden. Geloof me, het is nog altijd een iceman-dingetje dat ik aan het doen ben. Koud tot op het bot kom ik uit het water.
Ik kleed me nog steeds aan met muts en handschoenen. Als een verlopen zwerver zie ik eruit, maar wat geeft het? Ik fiets de wijk uit als het nog stil is. Niemand die mij ziet. Zelfs de buurvrouw van schuin tegenover die haar hond uitlaat in alle vroegte, herkent me nooit. Ze is advocaat en in haar strakke mantelpakje heeft ze al de bijbehorende billing hours-blik in haar ogen. Ze kijkt straal langs me heen. Ik moet lachen. Je hebt geen oog voor de onderkant van de buurt, denk ik bij mezelf.
Vanochtend bij de bakker werd niet gelachen. Toen ik binnenstapte, verstomde het gesprek en verdween abrupt de vrolijkheid die het lenteweer had gebracht. Ik sloot achter aan de rij buurtbewoners, sommige op teenslippers. Ze keken allemaal weg. Het meisje van de winkel concentreerde zich eerst op de kassa, toen op het pin-apparaat en tenslotte op de vloer in het algemeen. Nou ja, dacht ik toen ik buiten stond, wat kortzichtig! Toen jullie vanmorgen je tere voetjes op de verwarmde badkamervloer zetten, had ik al in de Noordzee gelegen!
Ik ga het ze zeggen ook! Met vers uit zee gevist zelfvertrouwen, draai ik me om en loop terug naar de winkel. In de ruit zie ik een opgefokte man, ongeschoren in een vieze jas en een oude trainingsbroek in moonboots gestoken.
‘Toen jullie vanmorgen..,’ begin ik met overslaande stem. Juist op dat moment begint de snijmachine met veel herrie te draaien. Ik gebaar het winkelmeisje het ding stop te zetten, maar ze ziet me niet. Ze staart naar de machine en houdt een plastic zakje gereed.
Ik begin te schreeuwen: ‘.. met jullie tering voeten!’
De vloer trilt onder mijn voeten. ‘..Op de vloer van je kutbadkamer..!’ gil ik, ‘..Watjes! Pisnichten!’
Bij de laatste twee woorden is de machine stil gevallen. Ik schrik van mijn eigen stem. De buurtbewoners kijken me vragend aan.
‘Anders nog iets?’ hoor ik het winkelmeisje vragen wanneer ik naar buiten stap.